inloggen-button word-lid-button

 

inloggen-button

word-lid-button

 
 

Actuele artikelen

Stand van zaken rondom de Wet toekomst pensioen

Lees verder

Begrippenlijst

 

begrip-pixa-owl-47526-640-small

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)
Een door de wet voorgeschreven nota waarin de hoofdlijnen van de pensioenregelingen, de actuariële grondslagen, de financieringsopzet, de sturingsmiddelen, het beleggingsbeleid en de organisatorische opzet van het pensioenfonds zijn beschreven.

Actuariële grondslagen
De veronderstellingen met betrekking tot onder meer de rekenrente, kansstelsels en kostenopslagen die een actuaris hanteert bij het vaststellen van de pensioenverplichtingen en de pensioenpremie.

Actuariële analyse of verzekeringstechnische analyse
In de actuariële analyse wordt door de actuaris de betekenis van opgetreden verschillen tussen de actuariële grondslagen en de werkelijke ontwikkelingen geanalyseerd.

Actuariële Principes Pensioenfondsen (APP)
De door DNB aangegeven principes op grond waarvan DNB de actuariële en bedrijfstechnische opzet en de financiële positie van een pensioenfonds beoordeelt. In dit kader zijn voorschriften geformuleerd betreffende de toereikendheid van de voorzieningen en compensatie van eventuele tekorten. Bij de toereikendheid zijn de volgende elementen van belang:

+ waardering van de beleggingen op actuele waarde;

+ het gebruik van prudente sterftegrondslagen;

+ de voorziening van toekomstige tekorten;

+ een rekenrente van maximaal 4% voor geïndexeerde pensioenaanspraken; en

+ een weerstandsvermogen in verband met mogelijke waardedaling van de aanwezige middelen.

Beschikbare-premieregeling
Bij een beschikbare-premieregeling worden geen pensioenaanspraken verleend maar premies beschikbaar gesteld, die samen met de daarop behaalde rendementen op pensioendatum een pensioenkapitaal opleveren dat kan worden aangewend voor de aankoop van pensioenaanspraken. Het beleggingsrisico ligt in beginsel bij de deelnemer.

Contante waarde
De waarde op dit moment van een toekomstige geldstroom, rekening houdend met een bepaalde rentevoet en - als het gaat om pensioenuitkeringen - actuariële grondslagen.

Conversie
De omzetting van pensioenaanspraken in andere pensioenaanspraken. Ook de persoon van de verzekerde kan bij conversie worden gewijzigd. Dit laatste is het geval als bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, waarin is bepaald dat de contante waarde van de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, en de contante waarde van het bijzonder partnerpensioen worden omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-partner.

Deelnemersjaren
De jaren die de werknemer heeft doorgebracht als deelnemer aan de pensioenregeling.

Dekkingsgraad
De verhouding tussen enerzijds de contante waarde van de op dat moment geldende reglementaire pensioenaanspraken en anderzijds het aanwezige vermogen. De dekkingsgraad wordt als graadmeter gezien voor de mate van zekerheid dat de toegezegde pensioenen ook daadwerkelijk kunnen worden uitbetaald. De dekkingsgraad bij ABN AMRO Pensioenfonds is de waarde van het pensioenvermogen als percentage van de waarde van de pensioenverplichtingen.

Dekkingstekort
Er is een dekkingstekort indien het Eigen vermogen minder is dan het Minimaal vereist eigen vermogen.

De Nederlandsche Bank (DNB)
Door de fusie tussen De Nederlandsche Bank en de Pensioen- & Verzekeringskamer in 2005 is De Nederlandsche Bank de toezichthouder op onder andere pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen is het verschil van het Pensioenvermogen en de voorziening pensioenverplichtingen.

Eindloonregeling
Bij een eindloonregeling wordt bij de opbouw van het pensioen uitgegaan van het laatstgenoten salaris als pensioengevend salaris over de duur van het deelnemerschap.

Fictieve deelnemersjaren
De extra jaren die een werknemer geacht wordt te hebben doorgebracht als deelnemer aan een pensioenregeling als gevolg van in- en externe waardeoverdracht.

Financieel Toetsingskader (FTK)
Het Financieel Toetsingskader is de opvolger van APP. Het FTK zal worden opgenomen in de Pensioenwet. De toereikendheidstoets in het kader van het FTK omva:

+ een continuïteitstoets, waarbij de risico’s op lange termijn getoetst worden of de risico’s op lange termijn zich binnen de geldende risiconormen bevinden;

+ een solvabiliteitstoets, waarbij wordt bepaald of er, met een adequate kansmaat, voldoende vermogen aanwezig is om risico’s over een periode van één jaar op te vangen; en

+ een minimumtoets, waarbij de hoogte van de technische voorziening voor de pensioenverplichtingen ten minste gelijk is aan de actuele waarde in het economisch verkeer van de verplichtingen.

Financieringsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst
Een overeenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds met betrekking tot onder meer de financiering van de pensioenverplichtingen.

Franchise
Teneinde een maatschappelijk aanvaardbaar pensioen te bereiken, hoeven er geen pensioenaanspraken over het volledige salaris te worden opgebouwd, aangezien er ook AOW wordt uitgekeerd. De franchise houdt hier in meer of mindere mate rekening mee. De franchise is dat gedeelte van het pensioengevend salaris waarover vanwege de AOW geen pensioen wordt opgebouwd.

FVP-regeling
Deze regeling stelt onder voorwaarden onvrijwillige werkloze deelnemers in staat om hun pensioenregeling tijdens de werkloosheidsperiode voort te zetten. De pensioenpremiebijdragen komen voor rekening van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering

Indexatie
De aanpassing van opgebouwde pensioenaanspraken aan prijs- of loonontwikkelingen.

korting-pixanull-2422185-640

Korting
Indien na toepassing van de inhaalindexatiebepaling in de uitvoeringsovereenkomst de vermogenspositie van het Pensioenfonds de premiekortinggrens heeft bereikt, strekt dit vermogenssurplus in mindering op de door de Werkgever te betalen premie, met dien verstande dat de premie niet negatief kan worden.

- De kostendekkende pensioenpremie bestaat uit:

a. de inkoop van de pensioenopbouw van de deelnemers, inclusief de risicopremie voor het partnerpensioen voor toekomstige opbouw en het wezenpensioen,

b. de solvabiliteitsopslag,

c. een opslag voor de toekomstige voorwaardelijke toeslagen van de opgebouwde aanspraken van de deelnemers,

d. een opslag voor de dekking van de kosten van premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid, en

e. een opslag of vrijval voor de excassokosten.

Middelloonsysteem
Bij een middelloonsysteem wordt bij de opbouw van het pensioen uitgegaan van het gemiddelde pensioengevend salaris over de duur van het deelnemerschap.

Minimaal vereist eigen vermogen
Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt 5% van de voorziening pensioenverplichtingen.

Onderdekking of dekkingstekort
Indien het Eigen vermogen minder is dan het Minimaal vereist eigen vermogen.

Opslag
Als het Dekkingstekort naar verwachting niet binnen een jaar is opgeheven wordt met ingang van de maand volgend op de maand waarin het Dekkingstekort is ontstaan een zodanige opslag verschuldigd en betaald dat het Dekkingstekort binnen een jaar is opgeheven. Met ingang van de maand volgend op de maand waarin is vastgesteld dat geen sprake meer is van Dekkingstekort is deze opslag niet langer verschuldigd.

Overlevingstafel
Een overlevingstafel geeft aan wat de levens- en sterftekansen van mannen en vrouwen zijn afhankelijk van de bereikte leeftijd. De overlevingstafels worden door actuarissen gebruikt bij hun berekeningen van de Voorziening pensioenverplichtingen (VPV) en de pensioenpremies.

Overgangskosten 2000
Dit zijn de kosten verbonden aan de overgang van de pensioenregeling 1992 naar de pensioenregeling 2000 (EUR 501 miljoen). Deze kosten hangen samen met de toenmalige vervroeging van de pensioendatum. Deze kosten worden maximaal in 15 jaar door de Bank aan het Pensioenfonds betaald.

De overgangskosten 2000 bestaan jaarlijks (tenminste) uit:

+ de 15-jarige annuïteit met een rentevoet van 4% (EUR 43 miljoen) en

+ de CAO-loonindexatie over de restwaarde van de annuïteit.

Pensioenovereenkomst
Hetgeen tussen de Werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.

Pensioenvermogen
Het pensioenvermogen is de som van de beleggingen, de Annuïtaire lening, de Herverzekeringen, de vorderingen, overlopende activa en liquide middelen onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva.

Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK)
De PVK was de toezichthouder op onder andere pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Door de fusie met De Nederlandsche Bank (DNB) is de PVK in 2005 opgegaan in De Nederlandsche Bank.

Premiekortinggrens
De premiekortinggrens wordt bereikt indien het Pensioenfonds beschikt over het Vereist eigen vermogen en het Eigen vermogen voldoende is om dekking te kunnen bieden aan cumulatieve stijging van alle opgebouwde aanspraken met 2% per jaar.

Premievrije aanspraak
Pensioenaanspraken van voormalige deelnemers van wie het actieve deelnemerschap aan de pensioenregeling is beëindigd en waarvoor geen premies meer behoeven te worden afgedragen.

Rekenrente
De door DNB aan pensioenfondsen voorgeschreven maximaal te hanteren disconteringsvoet bij de berekening van de Voorziening pensioenverplichtingen.

Reservetekort
Er is een reservetekort indien het eigen vermogen minder is dan het Vereist eigen vermogen maar hoger dan het Minimaal vereist eigen vermogen.

Slaper
Een slaper is een gewezen deelnemer, die een premievrij, nog niet ingegaan pensioen heeft bij een pensioenfonds.

Sekseneutraal
Men spreekt van sekseneutraal als bij de vaststelling van tarieven die gehanteerd worden bij omzetting van een kapitaal in een periodieke pensioenuitkering of bij uitruil van diverse pensioenvormen (bijvoorbeeld nabestaandenpensioen inruilen voor hoger ouderdomspensioen) geen onderscheid wordt gemaakt naar het geslacht van de verzekerde.

Technische voorziening
Een voorziening die nodig is om aan de reeds bestaande pensioenverplichtingen jegens de verzekerden te voldoen.

Toereikendheidstoets
De toets die door de actuaris in het kader van de actuariële verslaglegging ten behoeve van een pensioenfonds wordt opgesteld over de toereikendheid van de aangehouden activa om de aangegane pensioenverplichtingen op de langere termijn, dus ook in tijden van tegenspoed, te kunnen nakomen.

Uitgesteld pensioen
Zie premievrije aanspraak.

Uitvoeringsovereenkomst
Nieuwe naam voor de financieringsovereenkomst.

Vereist eigen vermogen
Het vereist eigen vermogen is het vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het Pensioenfonds. In die situatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomsten wordt voorkomen dat het Pensioenvermogen van het Pensioenfonds binnen één jaar minder is dan de voorziening pensioenverplichtingen.

Verevening
De verdeling van tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenaanspraken volgens de systematiek van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.

De toekomst van ons pensioen

De publieksversie van het SER-advies  "Naar een nieuw pensioenstelsel"

kunt u hier lezen.

Dekkingsgraad

dekkingsgraad-pixabanner-1183445-640

Dekkingsgraad

De dekkingsgraad is een belangrijke graadmeter voor het bestuur van het pensioenfonds om vast te stellen of en in welke mate de pensioenen kunnen worden geïndexeerd.

ABN AMRO Pensioenfonds kijkt naar de beleidsdekkingsgraad, de economische dekkingsgraad en de toekomstbestendig indexeren dekkingsgraad (TBI).

  • Bij de beleidsdekkingsgraad wordt de waarde van de verplichtingen berekend met behulp van een rente die door DNB wordt bepaald.
  • Bij de economische dekkingsgraad worden de waarde van de beleggingen en de waarde van de verplichtingen berekend met behulp van de actuele marktrente (rentestand per eind december).

De TBI geeft aan bij welke hoogte van de beleidsdekkingsgraad volledig kan worden geïndexeerd. Dit is gebaseerd op het principe dat bij die hoogte volledige indexatie niet eenmalig, maar naar verwachting ook in de toekomst kan worden gegeven

 

Klik hier om het bericht omtrent de dekkingsgraad van eind voorgaande maand te zien.

Generiek functieprofiel


Klik hier voor het Generiek functieprofiel NUB

 

Koepel Gepensioneerden

 

De Koepel Gepensioneerden is de landelijke koepel van belangenverenigingen van gepensioneerden, afkomstig uit het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties en 82 onafhankelijke ouderen- en seniorenverenigingen. De Koepel Gepensioneerden behartigt de collectieve belangen van senioren bij overheid, politieke partijen en andere relevante instanties. De Koepel vertegenwoordigt direct 300.000 senioren.

 

Klik hier om rechtstreeks naar de website van de Koepel Gepensioneerden te gaan: www.koepelgepensioneerden.nl

 

Op weg naar een nieuwe pensioenregeling voor ABN AMRO

Het pensioenstelsel in Nederland gaat veranderen. Dat zal ook voor (oud) medewerkers en gepensioneerden van ABN AMRO Bank gevolgen hebben. Het wordt anders, dat is zeker. Maar hoe precies, dat kunnen we nu nog niet zeggen. Een wetsvoorstel wordt na de zomer verwacht. Uiterlijk 1 januari 2026 zouden we over moeten stappen naar het nieuwe stelsel. Eén van de uitgangspunten voor een nieuwe regeling zal zijn dat de overgang voor alle betrokkenen evenwichtig is. Een ander uitgangspunt is een zo optimaal mogelijke nieuwe pensioenregeling.

Wat hebben we tot nu toe gedaan? De pensioenstudie

De afgelopen vier maanden hebben we met vertegenwoordigers van de verantwoordelijke partijen en belanghebbenden rond de tafel gezeten. Dat waren ABN AMRO, de vakbonden (CNV Vakmensen, FNV Finance, De Unie, Our Next Move), de Belangenvereniging Postactieven ABN AMRO (BP AA), de Raad van Medewerkers en ABN AMRO Pensioenfonds (het bestuur en het verantwoordingsorgaan). Het was niet de bedoeling om al keuzes te maken. Dat kan nog niet. De definitieve wetgeving wordt pas einde van dit jaar verwacht. We zijn bij elkaar gekomen om eerst een gezamenlijk beeld te krijgen: wat komt er op ons af, welke pensioenregelingen zijn straks mogelijk, hoe ga je om met wat nu al aan pensioen is opgebouwd, welke keuzes moeten er gemaakt worden en wie is dan waarvoor verantwoordelijk. De laatste bijeenkomst hebben we ook stilgestaan bij wat wensen en behoeftes zijn van verschillende groepen belanghebbenden, met welke knelpunten we te maken krijgen en wat realistisch haalbaar en uitvoerbaar is. Én we hebben afspraken gemaakt over het vervolg.

Hoe gaan we verder?

We hebben de pensioenstudie begin februari afgerond. Vakbonden, ABN AMRO en het pensioenfonds hebben toen afspraken gemaakt over het vervolg. Deze drie partijen zijn verantwoordelijk voor de besluiten die moeten worden genomen. Elke partij heeft daarin uiteraard zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar veel belangrijke besluiten hangen wel nauw met elkaar samen en daar moet overleg en afstemming over zijn. Daarom komt er een gezamenlijke stuurgroep die de begeleiding en voorbereiding doet.

De komende periode moeten we veel berekeningen en analyses maken. Dit om te kunnen beoordelen hoe de pensioenregeling er straks uit zou kunnen zien en wat dit betekent voor de belanghebbenden. Ook al lijkt er tijd, er zijn strakke deadlines in het hele proces. De stuurgroep moet ervoor zorgen dat die gehaald worden.

De stuurgroep informeert de vakbonden, ABN AMRO en het bestuur van het pensioenfonds. De vakbonden en ABN AMRO besluiten uiteindelijk over een nieuwe pensioenregeling. Het pensioenfonds toetst of die regeling uitvoerbaar is en of de overgang voor alle betrokkenen evenwichtig is. De werkgever zal de BP AA en de Raad van Medewerkers regelmatig informeren over het proces. Voor verenigingen van gepensioneerden, zoals de BP AA,  is in het wetsvoorstel een hoorrecht in de arbeidsvoorwaardelijke fase opgenomen. Het bestuur van het pensioenfonds zorgt dat het verantwoordingsorgaan gedurende het traject op de hoogte is en haar rol goed kan vervullen.

Wij zullen je regelmatig over het proces op de hoogte houden via het intranet & andere kanalen.

 

Wil je nu al meer weten over de veranderingen in het pensioenstelsel. Ga dan naar: https://www.abnamropensioenfonds.nl/actueel/nieuws.htm

 

De nieuwe pensioenwet

 

wet-pixalady-justice-2388500-640-small


De oude Pensioenwet van 1954 was duidelijk aan vervanging toe. Het geheel was onoverzichtelijk geworden en de regelingen waren op verschillende vindplaatsen opgeslagen.

De nieuwe wet legt meer de nadruk op het tweerichtingsverkeer tussen werkgever en werknemer. Dat blijkt direct uit het feit, dat we nu over een pensioenovereenkomst praten en niet meer over een pensioentoezegging.

Voor 1 juli 2008 moet er een indexatietabel – een soort kwaliteitslabel – zijn ontwikkeld. Hieruit moet duidelijker af te lezen zijn hoe het met de continuïteit van het pensioenfonds is gesteld en hoe zeker de toekomstige toeslagverlening (indexatie) lijkt. Ook kan hierin de te verwachten toeslagverlening worden afgezet tegen het minimale percentage van de gemiddelde prijsindex. Deze informatie mag uitsluitend als communicatie-instrument worden beschouwd.

In de nieuwe wet wordt een aantal zaken strakker geregeld:

- Het jaarverslag moet eerder klaar zijn en meer informatie bevatten (de grotere fondsen houden zich hier meestal al aan);

- De werkgever dient de premies sneller af te dragen en achterstanden moeten eerder aan de Nederlandsche Bank worden gemeld;

- Er komt een verbod op instemmingsrecht van organen buiten het Fonds;

- Er zijn strakkere voorschriften voor de technische voorzieningen die vanwege de pensioenverplichtingen moeten worden aangehouden;

- Het Fonds heeft minder mogelijkheden om pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen;

- De mogelijkheden voor toeslagverlening (indexering) zijn verruimd;

- Indien fondsen door het minimaal vereiste eigen vermogen zakken, moet dit eerder worden gemeld aan de Nederlandsche Bank. Uit de krantenberichten van medio april blijkt, dat de Nederlandsche Bank de fondsen hierop heeft aangesproken. Zij maakt zich zorgen over de verzwakte positie van veel fondsen;

- Stel dat de pensioenen een aantal jaren niet zijn geïndexeerd, dan wel wanneer er is gekort op de pensioenen door de slechte situatie bij een fonds. Wanneer het dan weer beter gaat, moeten deze achterstallige verplichtingen door het fonds worden voldaan, alvorens de werkgever een premiekorting kan bedingen;

- Strengere eisen aan de interne controle. Die is bij ons fonds al vrijwel conform de nieuwe wet geregeld: gepensioneerden in bestuur, Raad van Deelnemers en (door ons aangewezen) Verantwoordingsorgaan. Op korte termijn wordt de vereiste visitatiecommissie ingesteld.

Nederland
In Nederland is daarnaast een aantal ontwikkelingen gaande dat de aandacht verdient:

- Werkgevers streven naar hogere bijdragen door werknemers (van 1/3 zelf betalen naar 50 % zelf betalen);

- Werkgevers willen meer uitgeklede pensioenregelingen;

- Werkgevers willen minder premie betalen aan de fondsen;

- Werkgevers willen meer afstand van de fondsen. Zo willen zij niet worden aangesproken op garantie van geïndexeerde pensioenen. Processen in dat kader zijn tot op heden door de gepensioneerden verloren.

Europa
Door de steeds strakkere en uitgebreidere regelgeving wordt het voor kleine fondsen steeds lastiger om zelfstandig te blijven. Maar ook los hiervan zie je concentratietendensen om kosten te besparen. Er komt een nieuw Europees vehikel aan, dat de fraaie naam API meekrijgt. Dit instituut maakt het mogelijk pensioenregelingen over de grenzen heen en voor meerdere partijen uit te voeren. Alle overheden zijn er op gespitst om deze vehikels naar hun land te halen (werkgelegenheid), dus ook de Nederlandse. Maar dit kan concessies aan regels en toezicht tot gevolg hebben. De controle wordt lastiger, wat mogelijk meer risico’s voor de pensioengerechtigden met zich meebrengt.

Wereldwijd
De financiële crisis trekt diepe sporen, weerspiegeld in dalende beurskoersen en dalende rentes. Beide hebben een nadelige invloed op de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Daarbij hebben de fondsen de afgelopen jaren in riskantere producten belegd, omdat de rente laag was en zij rendement moesten halen om aan de pensioenverplichtingen te voldoen. Daarbij stijgt op dit moment de inflatie. En wanneer we hier een niveau van 4 tot 5 % bereiken, is het scenario voor de pensioenverplichtingen niet rooskleurig.

Onze situatie
We hebben te maken met Fortis, met de Royal Bank of Scotland, die voor de Nederlandse activiteiten een CAO en dus ook een pensioenregeling nodig heeft en met de NEWBank, die een deel van ABN AMRO koopt en ook een CAO moet opstellen. Een complexe situatie.

Nu zullen wij waarschijnlijk vooral met Fortis van doen krijgen. De pensioenregeling van Fortis, die redelijk recent is ingevoerd, is volgens ingewijden wat minder dan die van ABN AMRO. De medewerkers betalen zelf mee en voor de hogere inkomens moet er zelf bijverzekerd worden (bovengrens aan pensioen). Maar de oude pensioenregeling van Fortis, waar vrijwel alle gepensioneerden tot op heden mee te maken hebben, is volgens ingewijden weer beter. De RvB van Fortis heeft de indexatie min of meer gegarandeerd tot 2010.

Eind derde kwartaal zullen de geharmoniseerde arbeidsvoorwaarden bekend zijn en worden besproken met de vakbonden. Dus ook de pensioenregeling.

Ik constateer op dit moment bij alle betrokken partijen enige spanning. Het bestuur van ons fonds was tot voor kort nog niet in de gelegenheid gesteld om met de RvB te praten, het pensioenbureau kwalificeert zich graag als uitvoerder voor de nieuwe regeling, de Raad van Deelnemers kan alleen op sommige terreinen bindend adviseren en de COR ziet een aantal zekerheden afbrokkelen. En de vakbonden wachten het overleg in het vierde kwartaal af en zijn dan mijns inziens (te) laat.

Inmiddels hebben de BPA en de Raad van Deelnemers de volgende acties ondernomen:

- De BPA heeft een brief aan de Nederlandsche Bank gestuurd met onze zorgpunten. De NB zal onze opmerkingen betrekken in haar toezicht;

- De BPA heeft een brief gestuurd naar de RvB, gericht aan de heer Schmittmann, waarin onze zorgpunten vermeld staan;

- De Raad van Deelnemers heeft eveneens een brief aan de RvB gestuurd, waarin de raad verzoekt betrokken te worden bij overleg over een nieuwe pensioenregeling.

Het is de vraag hoe de nieuwe pensioenregeling er uit gaat zien. Of er een nieuw fonds ontstaat en daarnaast het oude pensioenfonds wordt gehandhaafd als een fonds waarin de huidige rechten van de werknemers, de slapers en de gepensioneerden achterblijven, weten wij niet. Wij hebben nadrukkelijk gesteld dat aan de rechten van de gepensioneerden niet mag worden getornd.

Duidelijk is in elk geval, dat:

- De COR goedkeuringsrecht bij de CAO en dus ook de pensioenregeling heeft;

- De vakbonden onderhandelen met de werkgever over de nieuwe CAO.

Wij hebben nauw contact met alle betrokken partijen en proberen hun aandacht steeds weer op pensioenen en nader onderzoek van mogelijke scenario’s te richten. En dat blijft nodig, want het onderwerp pensioenen is niet sexy!

Tot slot nog even de portemonnee op korte termijn. Het bestuur van ons Fonds heeft op 10 april jongstleden beslist over de toekenning van de ‘indexatie op basis van de prijsindex consumptie alle huishoudens laag’. Op het moment van schrijven was de uitslag nog niet bekend. Wij hopen op volledige toekenning van de indexatie.

Peter Balen

afbeelding-bp-abn-amro2

 

8-11-2020 Pensioenakkoord….vervolg
lees meer

Wanneer moet u iets doen voor uw pensioen?

Lees verder

Pensioenreglement gewijzigd

 

regelment-pixa-agreement-business-businessman-48195-smallPensioenreglement

De pensioenregeling is een CDC-regeling. CDC is de afkorting van Collective Defined Contribution (oftewel: collectieve beschikbare premieregeling). Bij een CDC-regeling staat de jaarlijkse premie vast. De pensioenopbouw, de pensioenuitkeringen en de indexaties staan niet vast.

De CDC-pensioenregeling werkt als volgt:

  • De werkgevers (ABN AMRO Bank en de andere bij ABN AMRO Pensioenfonds aangesloten ondernemingen) betalen jaarlijks een premie aan het pensioenfonds. Deze premie is gebaseerd op een vaste rekenmethode. De werkgever betaalt nooit meer dan de overeengekomen maximale pensioenpremie.
  • Het pensioenfonds belegt de ontvangen premie. Het doel is om rendement te behalen. Dit is nodig om uw pensioen te kunnen uitkeren en ook om het te kunnen aanpassen aan toekomstige prijsstijgingen. Deze aanpassing noemen we indexatie.
  • Als de rendementen tegenvallen zijn de gevolgen dat u minder of zelfs geen indexatie krijgt. In het uiterste geval kan uw pensioen worden verlaagd.

De tekst van het reglement vindt u onder deze link

 

 

 

Wat gebeurt er met uw pensioen als u gaat scheiden? 

2021-08-10-nieuwsbrief-bp-aa-deel-02.pdf

Start pensioenstudie naar de uitwerking van het
Pensioenakkoord voor de pensioenregeling van ABN AMRO


U heeft er vast al over gelezen en gehoord, in onze – eerdere -
Nieuwsbrieven hebben we er over gepubliceerd: het pensioenstelsel in
Nederland gaat veranderen. Het kabinet heeft in juli 2020 een
pensioenakkoord gesloten met de vakbonden en op dit moment wordt
gewerkt aan de bijbehorende wetgeving.
Op landelijk niveau heeft de Koepel van Gepensioneerden - waarvan de BP
AA lid is - deelgenomen aan gesprekken met de Minister en aan ronde
tafelgesprekken met Kamerleden en daar haar input gegeven.
Voor onze eigen pensioenregeling heeft de bank een pensioenwerkgroep
in het leven geroepen om de gevolgen van het nieuwe pensioenakkoord in
kaart te brengen voor latere besluitvorming en uitwerking in onze
pensioenregeling.
De BP AA neemt deel in deze werkgroep. De werkgroep bestaat verder uit
verantwoordelijke medewerkers van de bank, vakbonden, het
pensioenfonds en de Raad van medewerkers.
Inmiddels hebben de eerste twee – online – bijeenkomsten
plaatsgevonden. Deze sessies waren hoofdzakelijk bedoeld om kennis te
delen.
De BP AA behartigt in deze werkgroep de belangen van gepensioneerden
en zgn. slapers die lid zijn van de BP AA.

Meer informatie over de Pensioenstudie komt op de website van het
Pensioenfonds. Het Pensioenfonds bedoelt met (oud) medewerkers
uitdrukkelijk ook de gepensioneerden.

 

 

UITLEG DEKKINGSGRAAD(1)

Beleidsdekkingsgraad

De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de maanddekkingsgraden van de laatste twaalf maanden. Hierdoor worden schommelingen in de maanddekkingsgraden opgevangen. Voor het pensioenfonds is de beleidsdekkingsgraad leidend voor het beleid. Ook wordt op basis van de beleidsdekkingsgraad bepaald of de buffers van (zie de vereiste dekkingsgraad) het pensioenfonds voldoende zijn.

 

Voor uitleg over de dekkingsgraad klik hier